Title
Act of 20
December 2001 relating to the indemnification of the Belgian Jewish Community's
assets which were plundered, surrendered or abandoned during world War II
Date
20 December
2001
Summary
The Belgian Government introduced a
bill in Parliament (Chamber of Representatives DOC 50 1379/001-010 - Senate, 2-959/1)
with the aim to set up a Commission for the indemnification of members of
the Belgian Jewish Community whose assets were plundered, surrendered or abandoned
during World War II. The bill became the Act of 20 December 2001, published
in the Moniteur Belge
of 20 January 2002. The Act
came into effect by Royal Decree on 13 March 2002. The original text of the
bill is set out below in French and Flemish.
The purpose of the new Commission is to investigate indemnification claims which may be submitted within a one-year period ending 19 March 2003.
Law
Royaume de
Belgique
Services du Premier Ministre
Ministere de la Justice
Ministere
des Finances
Koninkrijk België
Diensten van de eerste Minister
Ministerie van
Justitie
Ministerie van Financiën
Projet de loi
Relative au dedommagement des membres de la communaute juive
de Belgique pour leurs biens spolies ou delaisses pendant la guerre
1940-1945
Ontwerp van wet
Betreffende de schadeloosstelling van de leden van de
joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden Geplunderd of
achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et á venir, Salut.
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen
zullen,
Onze Groet,
Sur la proposition de Notre Premier Ministre, de Notre Ministre de la Justice et de Notre Ministre des Finances,
Op de voordracht van Onze Eerste Minister, Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Financiën,
Nous avons arrêté et arrêtons:
Hebben wij besloten en besluiten
wij:
Notre Premier Ministre, Notre Ministre de la Justice et Notre Ministre
des Finances sont chargés de présenter, en Notre nom, aux Chambres législatives
et de déposer à la Chambre des représentants, le projet de loi dont la teneur
suit:
Onze Eerste Minister, Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Financiën zijn ermee belast het ontwerp van wet, waarvan de tekst hierna volgt, in Onze naam aan de Wetgevende Kamers voor te leggen en bij de Kamer van volksvertegenwoordigers in te dienen:
Chapitre Ier - Disposition générale Hoofdstuk I - Algemene
bepaling
Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l'article 78
de la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van
de Grondwet.
Chapitre II - La Commission pour le dédommagement des membres de
la Communauté
juive de Belgique pour leurs biens spoliés ou délaissés pendant
la guerre 1940-1945
Hoofdstuk II - De Commissie voor de schadeloosstelling
van de leden van de Joodse
Gemeenschap van België voor hun goederen die
werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945
Art.2. §1er. Il est institué auprès des Services du Premier Ministre une
Commission pour le
dédommagement des membres de la Communauté juive de
Belgique pour leurs biens spoliés ou délaissés pendant la guerre 1940-1945,
dénommée ci-après "la
Commission". La Commission examine et décide sur les
demandes de dédommagement selon les conditions et les règles fixées dans le
chapitre III.
Art. 2. §1. Er wordt bij de Diensten van de Eerste Minister een
Commissie voor de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van
België voor
hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de
oorlog 1940-1945, opgericht, hierna te noemen "de Commissie". De Commissie
onderzoekt en beslist over de aanvragen tot schadeloosstelling onder de
voorwaarden en volgens de regels bepaald in hoofdstuk III.
§2. Le mandat de la Commission a une durée de deux ans. Le Roi peut, par
arrêté délibéré en Conseil des Ministres, proroger le mandat de la Commission
pour des périodes de maximum un an.
§3. Le Roi règle le fonctionnement de la
Commission.
§2. Het mandaat van de Commissie duurt twee jaar. De Koning kan, bij besluit
vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het mandaat van de Commissie
verlengen met periodes van maximum één jaar.
§3. De Koning regelt de werking
van de Commissie.
Art. 3. §1er. La Commission est composée de cinq
fonctionnaires ou fonctionnaires retraités dont : deux membres francophones ;
deux membres néerlandophones ; un président, qui doit avoir justifié de la
connaissance de la langue française et de la langue néerlandaise, conformément
aux lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18
juillet 1966.
Le président est désigné par le Roi, sur proposition du Premier
Ministre. Les autres membres sont désignés par Lui sur proposition du Ministres
des Affaires étrangères, du Ministre des Finances, du Ministre de la Justice et
du Ministre qui a les victimes de guerre dans
ses attributions.
Art. 3.
§1. De Commissie is samengesteld uit vijf ambtenaren of op rust gestelde
ambtenaren en omvat : twee Nederlandstalige leden; twee Franstalige leden; een
voorzitter, die het bewijs moet hebben geleverd van de kennis van het Nederlands
en het Frans overeenkomstig de wetten op het taalgebruik in administratieve
zaken, gecoördineerd op 18 juli
1966.
De voorzitter wordt aangeduid door
de Koning op voorstel van de Eerste Minister. De overige leden worden door Hem
aangeduid op voorstel van de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van
Financiën, de Minister van Justitie en de Minister bevoegd voor de
oorlogsslachtoffers.
§2. Deux membres de la Communauté juive de Belgique assistent également aux
réunions de la Commission avec voix consultative.
§2. Twee vertegenwoordigers
van de Joodse Gemeenschap van België nemen deel aan de
vergaderingen van de
Commissie, met raadgevende stem.
§3. Un suppléant est nommé pour le président et pour chaque membre, selon les
conditions fixées au §1er.
§3. Voor de voorzitter en voor ieder lid wordt,
overeenkomstig de voorwaarden, bepaald in §1, een plaatsvervanger
aangewezen.
§4. La Commission peut faire appel à titre consultatif à des experts des
administrations et organismes compètents en matière de victimes et dommages de
guerre et à d'autres experts, notamment des professeurs d'universités et des
représentants des organisations
juives de Belgique.
§4. Met het oog op het
inwinnen van hun advies, kan de Commissie een beroep doen op deskundigen van
bevoegde besturen en instellingen inzake slachtoffers en oorlogsschade, alsook
op andere deskundigen, inzonderheid universiteitsprofessoren en
vertegenwoordigers van de Joodse organisaties van België.
Art. 4. Un secrètariat est mis à la disposition de la Commission. Le Roi fixe
la composition, le statut et les règles de fonctionnement du
secrétariat.
Art. 4. Een secretariaat wordt ter beschikking gesteld van de
Commissie. De Koning bepaalt de samenstelling, het statuut en de werkingsregels
van het secretariaat.
Art. 5. Les frais de fonctionnement de la Commission et de son secrétariat
sont à charge du budget du Premier Ministre.
Art. 5. De kosten verbonden aan
de werkzaamheden van de Commissie en van het secretariaat zijn ten laste van de
begroting van de Eerste Minister.
Le Roi fixe le montant des jetons de présence et frais de parcours attribués au président, aux membres et aux experts de la Commission.
De Koning bepaalt het bedrag van de presentiegelden en reiskosten, toegekend aan de voorzitter, de leden en de deskundigen van de Commissie.
Chapitre III - Des demandes de dédommagement et de leur
traitement
Hoofdstuk III - Aanvragen tot schadeloosstelling en verwerking van
die aanvragen
Art. 6. §1er. Peut introduire une demande de dédommagement, toute personne
qui satisfait aux conditions suivantes :
Art. 6. §1. Kan een aanvraag tot
schadeloosstelling indienen, elke persoon die aan de volgende voorwaarden
voldoet :
1°avoir eu sa résidence en Belgique à quelque moment que ce soit
pendant la période du 10 mai 1940 jusqu'au 8 mai 1945;
1° zijn verblijfplaats
gehad hebben in België op om het even welk ogenblik tijdens de periode van 10
mei 1940 tot 8 mei 1945;
2° en Belgique avoir été spolié de biens dont il était propriétaire ou avoir
dû les délaisser suite a une mesure anti-juive des autorités d'occupation
allemandes ou suite à des actes de nature antisémite commis par ces mêmes
autorités pendant la même période ;
2° in België beroofd zijn van goederen
waarvan hij eigenaar was of ze hebben moeten achterlaten ten gevolge van een
anti-Joodse maatregel van de Duitse bezettende overheid of ingevolge daden van
antisemitische aard begaan door dezelfde overheid tijdens dezelfde periode;
§2. Pour l'application du §1er, on entend par biens spoliés ou délaissés, des
avoirs financiers et des biens dont les personnes visées au §1er étaient
propriétaires et: 1° qui n'ont ni été restitués par l'Etat, les institutions
financières ou les entreprises d 'assurances, ni fait
l'objet d'un quelconque
dédommagement, indemnisation ou réparation: 2° et qui ont été identifiés dans le
rapport de la Commission d'étude, créée par la loi du 15 janvier
1999
relative à la Commission d'étude sur le sort des biens des membres de la
Communauté juive de Belgique spoliés ou délaissés pendant la guerre 1940-1945,
ou qui sont identifiés dans le cadre de l 'examen de la demande par la
Commission.
§2. Voor de toepassing van §1 wordt verstaan onder geplunderde of
achtergelaten goederen, financiële tegoeden en goederen, waarvan de personen
bedoeld in §1 eigenaar waren en: 1° die niet werden teruggegeven door de Staat,
de financiële instellingen of de verzekeringsmaatschappijen en evenmin aan
leiding hebben gegeven tot enige schadeloosstelling, vergoeding of herstelling:
2° en die geïdentificeerd geweest zijn in het verslag van de Studiecommissie,
opgericht bij de wet van 15 januari 1999 betreffende de Studiecommissie
betreffende het lot van de bezittingen van de leden van de Joodse
gemeenschap
van België, geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945 , of die
geïdentificeerd worden in het kader van het onderzoek van de aanvraag door de
Commissie.
Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des Ministres, étendre le champ d'application de l'alinéa précédent, à d'autres secteurs, sur la base du rapport de la Commission, créée par la loi du 15 janvier 1999 précitée.
De Koning kan, bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het toepassingsgebied van het voornoemd lid uitbreiden tot andere sectoren, op basis van het verslag van de Commissie opgericht bij de voornoemde wet van 15 januari 1999.
§ 3. Si la personne visée au §1er est décédée, les ayants droit au premier et
au deuxième dégré au sens des articles 737 à 744 du Code Civil, peuvent demander
un dédommagement pour autant que les conditions visées aux §§1er et 2 soient
remplies et qu'ils justifient de leur
qualité d'agir conformément aux règles
du droit commun.
§ 3. Indien de in §1 bedoelde persoon overleden is, kunnen
de rechthebbenden tot de eerste en tweede graad in de zin van de artikelen 737
tot 744 van het Burgerlijk Wetboek, een schadeloosstelling aanvragen mits de in
de §§1 en 2 bepaalde voorwaarden vervuld zijn en van hun hoedanigheid doen
blijken overeenkomstig de regels van het gemeen recht.
Art. 7. §1er. La demande de dédommagement est formée, dans le délai d'un an à
compter de l'entrée en vigueur de la présente loi, par lettre recommandée au
président de la Commission et accompagnée de tous les documents utiles. Elle
contient les éléments suivants :
Art. 7. §1. De aanvraag tot
schadeloosstelling wordt binnen een termijn van één jaar na de inwerkingtreding
van deze wet, ingediend bij ter post aangetekende brief wordt toegestuurd aan de
voorzitter van de Commissie en vergezeld is van alle nuttige stukken. Ze bevat
de
volgende elementen:
1° les nom, prénoms, domicile et nationalité du
requérant, ainsi que, s'il échét, les noms, prénoms domicile et qualité de son
représentant légal ;
1° naam, voornamen, woonplaats en nationaliteit van de
verzoeker en, eventueel, naam, voornamen, woonplaats en hoedanigheid van de
wettelijke vertegenwoordiger;
2° la description sommaire des circonstances dans lesquelles les biens ont
été spoliés ou délaissés;
2° een korte beschrijving van de omstandigheden
waarin de goederen werden geroofd of achtergelaten;
3° si possible, la description précise des biens et du lieu où ils se
trouvaient à l'époque et où ils se trouvent actuellement ;
3° zo mogelijk,
een nauwkeurige beschrijving van de goederen en van de plaats waar zij zich toen
bevonden en zij zich thans bevinden;
4° la déclaration qu'il n'y a pas eu de restitution, indemnisation,
dédommagement ou réparation pour les biens.
4° de verklaring dat voor de
goederen geen teruggave, vergoeding, schadeloosstelling of herstel heeft
plaatsgevonden.
La demande doit être datée et signée et terminée par les mots
: " J'affirme sur l'honneur que la présente déclaration est sincère et
complète.".
De aanvraag moet worden gedagtekend en ondertekend en eindigen
met de woorden: "Ik bevestig op mijn eer dat deze verklaring oprecht en volledig
is.".
§2. Le Roi peut préciser les modalités d'introduction de la demande,
visée au §1er, ainsi que d'autres règles de procédure devant la Commission.
§
2. De Koning kan de nadere regels verduidelijken voor de indiening van de in §1
bedoelde aanvraag, alsook de andere procedureregels bij de Commissie.
Art. 8. §1er. La Commission peut procéder ou faire procéder à toutes
investigations utiles afin de vérifier la sincérité de la demande de
dédommagement. Le résultat est exclusivement destiné à la procédure d'examen de
la demande et reste couvert par le secret professionnel. La Commission peut
notamment requérir de tout service public, banque ou compagnie d'assurances la
communication de renseignements sur l'existence d'un bien sans que le secret
professionnel puisse lui être opposé. §2. Dans des cas particuliers, la
Commission peut tenir compte d'iniquités d'ordre prépondérant qui, à son avis,
peuvent survenir lors de l'application de la présente loi.
Art. 8. §1. De
Commissie kan alle nuttige onderzoeken uitvoeren of gelasten teneinde de
oprechtheid van de aanvraag tot schadeloosstelling na te gaan. Het resultaat is
uitsluitend bestemd voor de procedure van onderzoek van de aanvraag en blijft
gedekt door het beroepsgeheim. De Commissie kan onder meer iedere
overheidsdienst, bank of verzekeringsmaatschappij verzoeken om mededeling van
inlichtingen betreffende
het bestaan van een tegoed, zonder dat haar het
beroepsgeheim kan worden tegengeworpen. §2. De Commissie kan in bijzondere
gevallen tegemoetkomen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich naar
het oordeel van de Commissie bij de
toepassing van deze wet mochten
voordoen.
Art. 9. §1er. La Commission peut effectuer les traitements de données à
caractère personnel qui sont nécessaires à l'accomplissement de sa
mission.
Art. 9. §1. De Commissie kan de verwerking van persoonsgegevens
verrichten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van haar opdracht.
La banque de données relative aux personnes victimes des mesures anti-juives prises par les autorités allemandes, qui a été constituée par la Commission d'étude en application de l'article 4 la loi du 15 janvier 1999 précitée, est transférée à la Commission.
De gegevensbank betreffende de personen die het slachtoffer zijn geweest van de anti-Joodse maatregelen, die werd aangelegd door de Studiecommissie met toepassing van artikel 4 van genoemde wet van 15 januari 1999, wordt overgedragen aan de Commissie.
En dérogation à la procédure prévue à l'article 5, alinéa 2, a), de la loi du
8 août 1983 organisant un registre national des personnes physiques, modifié par
la loi du
19 juillet 1991, elle peut également accéder aux informations
visées à l'article 3, alinéa 1er,1° à 6° et 8°, alinéa 2, de la même loi et
faire usage du numéro d'identification du Registre national des personnes
physiques, dans les limites, conditions et fins prévues
aux alinéas
suivants.
In afwijking van de procedure waarvan sprake in artikel 5, tweede lid, a),
van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de
natuurlijke personen, gewijzigd bij de wet van 19 juli 1991, heeft zij eveneens
toegang tot de informatie bedoeld in artikel
3, eerste lid, 1° tot 6° en 8°,
tweede lid, van dezelfde wet, en kan zij het identificatienummer van het
Rijksregister van de natuurlijke personen gebruiken binnen de grenzen, onder de
voorwaarden en voor de doelstellingen bepaald in de volgende leden.
L'accès et l'usage visés à l'alinéa précédent sont réservés: 1° au président et aux membres de la Commission délégués par Lui ; 2° aux membres du niveau 1 du secrétariat.
De toegang en het gebruik bedoeld in het voorgaande lid, zijn toegestaan: 1° aan de voorzitter en de leden van de Commissie die door Hem worden aangewezen: 2° aan de leden van niveau 1 van het secretariaat.
Les informations du Registre national des personnes physiques obtenues ne
peuvent être utilisées que pour l'accomplissement de la mission de recherche de
la
Commission. Elles ne peuvent être communiquées à des tiers. Ne sont pas
considérés comme tiers: 1° les personnes physiques auxquelles se rapportent ces
informations, de même que leurs représentants légaux ou leurs ayants-droit: 2°
les autorités publiques ou les organismes désignés en vertu de l'article 5 de la
loi du 8 août précitée.
De gegevens verkregen van het Rijksregister van de natuurlijke personen mogen uitsluitend worden aangewend voor de uitvoering van de onderzoeksopdracht van de Commissie. Zij mogen niet aan derden worden medegedeeld. Als derden worden niet beschouwd: 1° de natuurlijke personen op wie de gegevens bettrekking hebben, alsook hun wettelijke vertegenwoordigers en hun rechthebbenden: 2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen op grond van artikel 5 van voornoemde wet van 8 augustus 1983.
Les personnes visées à l'alinéa 4 peuvent utiliser le numéro d'identification du Registre national des personnes physiques au seul titre de moyen d'identification dans leurs fichiers ou répertoires: 1° à des fins de gestion interne ; 2° dans les relations qu 'elles ont avec les autorités ubliques et organismes qui ont eux-même reçu l'autorisation prévue à l'article 8 de la loi du 8 août 1983.
De personen, bedoeld in het vierde lid, kunnen het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hun bestanden en repertoria alleen als identificatiemiddel gebruiken: 1° voor interne beheersdoeleinden; 2° in hun relaties met de openbare overheden en instellingen aan wie de machtiging bedoeld in artikel 8 van voornoemde wet van 8 augustus 1983 ook is verleend.
La liste des personnes ayant accès aux informations du Registre national des
personnes physiques, avec identification de leur fonction et, éventuellement, de
leur grade, est transmise à la Commission de la protection de la vie privée. Le
numéro d'identification du Registre national des personnes physiques ne peut
être reproduit sur des documents susceptibles d'être portés à la connaissance de
tiers autres que les autorités ou organismes
également autorisés à
l'utiliser.
De lijst van de personen die toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen hebben, met vermelding van hun functie en eventueel hun graad, wordt aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levensfeer bezorgd. Het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen mag niet worden gereproduceerd op stukken die ter kennis zouden kunnen gebracht worden van andere derden dan de overheden en instellingen die eveneens gemachtigd zijn het te gebruiken.
§2. Le Roi dètermine, par arrêté délibéré en Conseil des Ministres et après
avis de la Commission de la protection de la vie privée, la destination de la
banque de données au terme du mandat de la Commission.
§2. De Koning bepaalt,
bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en na advies van de
Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de bestemming van
de gegevensbank op het einde van het mandaat van de Commissie.
Chapitre IV - Procédure de paiement des dédommagements, caractère libératoire et versement du solde
Hoofdstuk IV - Procedure voor de betaling van de schadeloosstellingen, schuldbevrijdend karakter en storting van het saldo
Art. 10. Le Roi fixe, par arrêté délibéré en Conseil des Ministres, le
coefficient permettant le calcul de la valeur actualisée des montants qui sont
versés par l'Etat, les institutions financières et les entreprises d'assurances,
visées à l'article 6, §2, alinéa 1er, 1°. Ces montants sont versés au crédit
d'un compte spécial qui est ouvert au nom du Trésor belge dans les livres de la
Banque nationale de Belgique.
Art. 10. De Koning bepaalt, bij een besluit
vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de coëfficiënt waarmee de
geactualiseerde waarde kan worden berekend van de bedragen die worden gestort
door de Staat, de financiële instellingen en de verzekeringsmaatschappijen,
bedoeld in artikel 6, §2, eerste lid, 1°. Deze bedragen worden gestort op een
specifieke
rekening die in de boeken van de Nationale Bank van België wordt
geopend op naam van de Belgische Schatkist.
Art. 11. Les décisions de la Commission sont communiquées à l'Administration
de la Trésorerie qui est chargée de liquider les montants correspondants à
charge du compte visé à l'article 10, alinéa 2.
Art. 11. De beslissingen van
de Commissie worden medegedeeld aan het Bestuur van de Thesaurie dat belast
wordt met de vereffening van de overeenkomstige bedragen ten laste van de
rekening bedoeld in artikel 10, tweede lid.
Art. 12. En vue de l'exécution de l'article 10, un protocole est conclu entre
l'Etat, et les institutions financières et les entreprises d'assurances visées à
l'article 6, § 2, alinéa 1er, 1°.
Art. 12. Met het oog op de uitvoering van
artikel 10, wordt een protocol worden afgesloten tussen de Staat, de financiële
instellingen en de verzekeringsmaatschappijen bedoeld in artikel 6, §2, eerste
lid, 1°.
Art. 13. Les versements visés à l'article 10, alinéa 2, ont effet
libératoire, pour l'Etat, les institutions financières et les entreprises
d'assurances concernées à l'égard des personnes visées à l'article 6 et
impliquent d'office l'extinction du droit pour ces personnes
d'introduire
toute autre demande que celle visée au même article, en fait ou
en droit, pour la restitution, l'indemnisation ou le dédommagement des biens
concernés.
Art. 13. De stortingen bedoeld in artikel 10, tweede lid, hebben
een schuldbevrijdende werking voor de Staat, alsook voor de betrokken financiële
instellingen en verzekeringsmaatschappijen tegenover de in artikel 6 bedoelde
personen en brengen voor deze personen van rechtswege het verval mee van het
recht op iedere andere aanspraak dan die bedoeld in hetzelfde artikel, in feite
of in rechte, op de teruggave, de vergoeding of de
schadeloosstelling voor de
betrokken goederen.
Art. 14. Au terme du mandat de la Commission et de la liquidation des
montants visée à l'article 11, le solde du compte spécial visé à l'article 10,
alinéa 2, est versé à un Etablissement d'utilité publique dont les missions de
nature sociale, culturelle et religieuse rencontrent les besoins de la
Communauté juive de Belgique. Ces missions peuvent également s'étendre à la
lutte contre le racisme, l'intolérance et la violation des droits
de
l'homme.
Art. 14. Na afloop van het mandaat van de Commissie en de
vereffening van de bedragen bedoeld in artikel 11, wordt het saldo van de
specifieke rekening bedoeld in artikel 10, tweede lid, overgemaakt aan een
Instelling van openbaar nut waarvan de opdrachten van sociale,
culturele of
religieuze aard tegemoetkomen aan de behoeften van de Joodse Gemeenschap van
België. Deze opdrachten kunnen eveneens betrekking hebben op de strijd tegen het
racisme, de intolerantie en de schending van de mensenrechten.
Dans l'année qui suit l'entrée en vigueur de la présente loi, un accompte sur ce solde peut être versé à l' Etablissement d'utilité publique.
In het jaar volgend op de inwerkingtreding van deze wet kan een voorschot van dit saldo gestort worden ten gunste van de Instelling van openbaar nut.
Chapitre V - Disposition générale et entrée en vigueur
Hoofdstuk V -
Algemene bepaling en inwerkingtreding
Art. 15. L'arrêté pris en vertu de l' article 6, §2, alinéa 2, est abrogé lorqu'il n'est pas confirmé par la loi dans l'année qui suit sa publication au Moniteur belge.
Art. 15. Het besluit genomen krachtens artikel 6, §2, tweede lid, wordt opgeheven wanneer het niet binnen het jaar na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad bij wet zijn bekrachtigd.
Art. 16. Le Roi fixe, par arrêté délibéré en Conseil des Ministres, l'entrée
en vigueur de la présente loi.
Art. 16. De Koning bepaalt, bij besluit
vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de inwerkingtreding van deze wet.
Donné à
Gegeven te
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Premier
Ministre, De Eerste Minister,
G. VERHOFSTADT
Le Ministre de la Justice, De
Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN
Le Ministre des Finances, De Minister
van Financiën,
D. REYNDERS
Source
Study
Commission on Jewish Assets <http://www.combuysse.fgov.be/>, accessed 27 November
2002